“Hallo pa, hoe gaat het?”
“O, daar ben je al, ik had je niet zien aankomen.”
“Ik kwam van de andere kant.”
“Dames, dit is mijn vader, hij is al 94!”
“Nee pa, jij bent 94, ik ben pas 65.”
“Nee hoor, ik ben 65!”
“Ik ben net met pensioen, jij bent dat al heel lang.”
“Mijn zuster is maar 56 geworden.”
“Dat was uw dochter, mijn zus; uw zus was 88.”
“Nee hoor, het is echt zo!”
“Zullen we maar naar uw kamer gaan, pa?”