De drie vliegen
Er zaten eens drie vliegen
Om het hardst te liegen,
Om het hardst te liegen,
Buiten op een balkon,
Luierend in de zomerzon.
Luierend in de zomerzon.
De eerste zei: ‘Met deze poot
Sloeg ik vijf olifanten dood.’
Sloeg ik vijf olifanten dood.’
De tweede zei: ‘Ik vlieg zo vlug,
In ’n uurtje naar Afrika en terug.’
In ’n uurtje naar Afrika en terug.’
De derde zei: ‘Ik vlieg zo hoog,
Nog hoger dan de regenboog.’
Nog hoger dan de regenboog.’
Toen werd ’t wat kil en ’t waaide wat
De vliegen riepen: ‘Voel je dat!’
De vliegen riepen: ‘Voel je dat!’
En vlogen gauw het huis weer binnen
Om daar nóg meer leugens te verzinnen.
Om daar nóg meer leugens te verzinnen.
Hans Andreus
uit de bundel 'Kinderversjes',
Uitgeversmaatsschappij Holland,
Haarlem, 1975
Uitgeversmaatsschappij Holland,
Haarlem, 1975
Uitzicht vanuit de woonkamer, 12 mei aan het begin van de avond. |