Hij zat stil voor zich uit te staren voor het gastenverblijf, deze kramsvogel. Was hij tegen het raam gevlogen en nog enigszins versuft, of was hij zijn gevederde vrienden kwijtgeraakt? Hij keek hoe dan ook monter uit z'n ogen en liet zich gewillig fotograferen. Toen ik nóg iets dichterbij kwam, hipte hij weg en nam plaats in de houtwal. De volgende dag was-ie gevlogen. Vrij!