Oosterhoff, de Paul van Ostaijen van nu (al heeft hij ook veel met Lucebert), maakt veel digitale poëzie met bewegende beelden (zie zijn website). Vernieuwend en soms ook spannend is zijn poëzie zeker, maar - althans voor mij - niet altijd makkelijk te doorgronden.
Onlangs verscheen Oosterhoffs nieuwste bundel, Leegte lacht. Erik Menkveld schreef een recensie over deze dichtbundel in de Volkskrant.
Hier een voorbeeld van een ouder gedicht:
in de kwal roept de zee
O, roept de zee in de kwal.
De zee in de kwal roept o
o
o
De zwevende mond legt zich aan
om de infinitief, o, o, roepdrinkt o.
Wie of wat niet op de gedachte komt
zich te bevrijden is hier
hier
hier
hier hier en hier niet te weten.
De zee in de kwal roept o
o
o
De zwevende mond legt zich aan
om de infinitief, o, o, roepdrinkt o.
Wie of wat niet op de gedachte komt
zich te bevrijden is hier
hier
hier
hier hier en hier niet te weten.
Tonnus Oosterhoff
© 1997, Bezige Bij
Uit: (Robuuste tongwerken,) een stralend plenum
Een reportage van RTV Noord
Zie ook: Koninklijke Bibliotheek, P.C. Hooftprijs en Poetry International (met diverse vroegere gedichten, soms ook voorgedragen door de dichter).