De ‘vrije opvoeding’ was in zwang en in mijn lessen probeerde ik zo democratisch mogelijk te handelen. Niet alleen bij Nederlands, maar natuurlijk vooral bij maatschappijleer, dat ik toen ook zomaar mocht geven. Ik heb het geweten! In verschillende klassen liep het danig uit de hand. Ook in die tijd bleken leerlingen toch gewoon structuur nodig te hebben. Achteraf was het een goede leerschool. Diverse scholen volgden, o.a. in Zutphen en Veenendaal. Vooral hier - op het Christelijk Lyceum - heb ik prachtige jaren meegemaakt, onder meer als regisseur van het schooltoneel (Molière!). Helaas liep door de komst van een nieuwe scholengemeenschap in Veenendaal het leerlingenaantal op het lyceum terug en moest ik als laatst binnengekomen docent Nederlands er als eerste weer uit.
25 jaar mbo
Ik ging werken op een kleine meao (300 leerlingen) op Kanaleneiland in Utrecht. Het beroepsonderwijs was even wennen, maar al snel had ik mijn draai als leraar gevonden, later ook als decaan, communicatieadviseur en projectleider. Maar toen kwamen de fusies: eerst met een mts, toen met het mdgo, daarna met het leerlingenwezen (de ‘streekschool’) en andere onderwijsinstellingen.
De school werd een regionaal opleidingencentrum (roc) en groeide naar zo’n 30.000 ‘deelnemers’, zoals leerlingen om onverklaarbare redenen plotseling gingen heten. Met het aantal deelnemers groeide ook het management. Bedrijfseconomen en marketeers, vaak niet gehinderd door enige kennis van het onderwijs, werden ingevlogen. Er kwam ‘lumpsumfinanciering’, de strenge landelijke examens werden afgeschaft, het ‘nieuwe leren’ werd ingevoerd: competentiegericht onderwijs. Inhoudelijk werd (niet alleen) mijn vak uitgekleed.
Na 25 jaar was de tijd rijp om afscheid te nemen. Samen met Martin, collega en vriend, die ook zijn 25-jarig jubileum vierde, ‘zingzegden’ we een blues. Het laatste couplet luidde:
Toch is er nog hoop in deze barre tijden
Net als banken vallen ooit de onderwijsfabrieken om
De school werd een regionaal opleidingencentrum (roc) en groeide naar zo’n 30.000 ‘deelnemers’, zoals leerlingen om onverklaarbare redenen plotseling gingen heten. Met het aantal deelnemers groeide ook het management. Bedrijfseconomen en marketeers, vaak niet gehinderd door enige kennis van het onderwijs, werden ingevlogen. Er kwam ‘lumpsumfinanciering’, de strenge landelijke examens werden afgeschaft, het ‘nieuwe leren’ werd ingevoerd: competentiegericht onderwijs. Inhoudelijk werd (niet alleen) mijn vak uitgekleed.
Na 25 jaar was de tijd rijp om afscheid te nemen. Samen met Martin, collega en vriend, die ook zijn 25-jarig jubileum vierde, ‘zingzegden’ we een blues. Het laatste couplet luidde:
Toch is er nog hoop in deze barre tijden
Net als banken vallen ooit de onderwijsfabrieken om
En zullen kleine scholen uit
hun as herrijzen
Juicht dan allen! Juicht!
Juicht alom!
O yeah! O yeah!
Halleluja! O
yeah!
Thuiskomen
Thuiskomen
Uiteindelijk kwam ik - jaren geleden alweer - in het Groninger Ter Apel weer ‘thuis’ op een school met een menselijk maat, waar ik nog ‘gewoon’ les mag geven. Halleluja!