zondag 28 augustus 2011

Ons Erfdeel


Vier keer per jaar ontvang ik hier in Noord-Nederland Ons Erfdeel. Het komt per post uit het Zuid-Belgische Ieper, bij die andere taalgrens.
'Vlaams-Nederlands cultureel tijdschrift' is de veel te bescheiden ondertitel. Elk kwartaal ontvang je namelijk een heel fraai vormgegeven boekwerkje van ruim 200 pagina's met een keur aan interessante artikelen over onder andere taal, literatuur, beeldende kunst en architectuur. Bovendien bevat het een portfolio met prachtige kleurenfoto's, veelal van beeldende kunst.

Max Havelaar
Bij het laatste nummer zit zelfs een bijlage waarin de schrijvers Dik van der Meulen, Christiaan Weijts, David Van Reybrouck en Ellen Ombre een brief schrijven aan Multatuli, de schrijver van Max Havelaar.
Kortom, een abonnement op Ons Erfdeel beveel ik van harte aan! Je kunt altijd eerst een proefnummer aanvragen (zie de website) en je laten overtuigen.

'En écoutant Schumann'
Een vrij nieuwe rubriek in Ons Erfdeel is 'Het oog van de dichter' door Anton Korteweg, dichter en oud-directeur van het Nederlands Letterkundig Museum te 's-Gravenhage. Hierin bespreekt hij gedichten in relatie tot schilderijen. In het augustusnummer van Ons Erfdeel is dit het sonnet 'En écoutant Schumann' van de Groninger dichter C.O. Jellema (1938-2003) die zich liet inspireren door het gelijknamige schilderij van Belgiës grootste symbolische schilder, Fernand Khnopff (1858-1921).

Luisterende hand
Korteweg: (...) "De eerste strofe maakt duidelijk dat het de dichter evenzeer als de schilder om de luisterende hand gaat. Maar anders dan de kunstenaar doet, laat Jellema de vrouw niet echt luisteren, althans de muziek niet tot haar doordringen, al wil ze dat wel. Ze wordt afgeleid door banale zaken en huiselijke besognes: de Kinderszenen gaan een ongewenst duet aan met haar maag en ze herinnert zich geschrokken de ongepoetste staat van haar bestek. Daarmee doet ze ook de man van de spelende hand onrecht: hij is in deze omstandigheden voor haar geen musicus, maar wordt gedegradeerd tot muzikant. Jellema laat zijn grootmoeder juist niet naar Schumann luisteren". (...) Hieronder schilderij en gedicht.
  
Fernand Khnopff, Luisterend naar muziek van Schumann, 1883, 101,5 x 116,5 cm, olieverf op doek. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

En écoutant Schumann (Khnopff, Brussel)

Met ogen dicht vermoedelijk. Haar hand
die haar gezicht tot het profiel verhult
is van het luisteren veel meer vervuld
- tot schelp gewelfd; horen werd buitenkant -

dan onder 't donker haar haar hoofd. Zij spant
zich in. Muziek, die droefheid van geduld...
Gerommel in haar maag geeft zij de schuld
dat hem een woord ontluistert: muzikant. 

Zichtbaar (voor ons) de vingers van wie speelt,
handen, manchetten, wit zoals de toetsen
achter haar rug. - Er zijn. Bestaat dat wel? 

en droomt weg naar een ongehoorde bel.
Met schrik ziet zij: het zilver is vergeeld.
Morgen de meid zeggen het eerst te poetsen.

C.O. Jellema 

Uit: De toren van Snelson, Querido, Amsterdam, 1983
Luister en kijk naar een ontroerend mooie vertolking van Robert Schumanns Kinderszenen door pianolegende Vladimir Horowitz (1903-1989).